Op 8 september hebben we kleine Zwelgje (13 weekjes oud) opgevangen op onze opvangboerderij. Hij werd goed ontvangen door de rest van de katten en voelde zich direct thuis.
Na een paar dagen, op 13 september, voelde hij zich plotseling niet zo lekker. We zijn met hem naar de dierenarts geweest. Ze dachten aan een virus. Zwelgje kreeg medicatie. Even leek hij wat op te knappen. Maar het andere moment toch ook weer niet. We moesten nog even doorgaan met de medicatie. Maar we vertrouwden het niet echt.
22 september waren we van plan terug naar de dierenarts te gaan. En dat was ook nodig! We werden die ochtend wakker en schrokken wat we zagen. Zwelgje had moeite met ademhalen. Een vriendin gebeld en die heeft ons met spoed naar de dierenarts gebracht (want onze auto stond bij de garage, wat een timing...). Zwelgje werd opgenomen.
23 september, Zwelgje ligt in de zuurstofcabine. Ze denken aan longontsteking. Het gaat op zich goed zegt de dierenarts. Hij heeft geen koorts, dat is een goed teken. Hij eet en drinkt ook zelfstandig. Maar wanneer ze hem uit de zuurstofcabine halen, krijgt hij weer moeite met ademen. Daarom moet Zwelgje het weekend daar blijven.
24 en 25 september, het weekend. Zwelgje gaat achteruit, hij eet en drinkt niet meer zelfstandig, droogt uit. Ze geven hem dwangvoeding en spuiten vocht in omdat hij uitdroogt. Hij ademt nu ook zwaar in de zuurstofcabine. Ze denken aan Leukemie, dit is ongeneselijk. Dan heeft hij ook bloedarmoede. Om dit te testen zou er bloed moeten worden afgenomen, dan weet je of het dat is, maar door de hoeveelheid bloed dat je afneemt, kan hij sterven omdat hij te zwak is. We kiezen ervoor geen bloed te laten afnemen. De dierenarts wil hem nog een kans geven (wij ook!!!) en wil het tot maandag afwachten. Dan moeten we wel een kantelpunt zien, anders is het waarschijnlijk einde verhaal.
26 september. Zwelgje lijkt een klein beetje beter dan het weekend. Hij zit nu ook af en toe ipv alleen maar te liggen. Ze denken nu aan een klaplong door een val. Ze willen een foto maken. Dat vinden we goed. Het blijkt een klaplong te zijn! Nu weten we wat het is en kan er gericht behandeld worden. Er komt een andere dierenarts naar hem kijken, omdat deze dierenarts er niet in gespecialiseerd is. Die zegt dat Zwelgje te klein is om hieraan geopereerd te worden. Een tegenvaller. Maar hij ziet ook soms dat katten uit zichzelf genezen van een klaplong. Deze dierenarts schijnt realistisch en eerlijk te zijn. Als hij een kans ziet dan geeft hij het dier een kans. Maar hij geeft ook eerlijk aan wanneer het geen zin meer heeft. We houden dus vol. Zwelgje blijft in de zuurstofcabine om aan te sterken.
27 september. Zwelgje is weer een beetje opgeknapt en begint weer zelf wat te eten en te drinken. De dierenarts geeft aan dat het keerpunt van wat opknappen net op tijd is gekomen en heeft nog hoop. We mogen aan het eind van de middag even op bezoek. Hij mag niet lang uit de cabine omdat dit te veel energie kost.