Geen kind kan zonder zijn ouders zeker niet als hij of zij in het ziekenhuis ligt.
Op maandag 13 maart 08.30 uur liepen wij voor de derde keer die week de verloskamer binnen voor het plaatsen van een ballon. Dit om de bevalling op te wekken. Het was de donderdag en vrijdag niet gelukt. De bevalling moest worden opgewekt omdat onze kanjer verkeerd lag en wij in goed overleg met de gynaecoloog hadden besloten dat een stuitbevalling de beste optie was, iets eerder dan de uitgerekende datum,
Redelijk stoïcijns liepen wij de kamer binnen. Wouter zette ons ‘vluchtkoffertje’ neer en ik liep naar het babybedje en las hardop; ‘reanimatieprotocol?!?!? en zei; ‘pfff je zal het maar nodig hebben’.
We gingen er niet helemaal van uit dat het ballonnetje dit keer wel zou lukken. Ook werd er een hormoongel aangebracht waardoor ik in het ziekenhuis moest blijven. Er leek toch iets te gaan gebeuren dus installeerde we ons maar.
Langzaam aan kwam alles op gang en hebben Wout en ik nog heerlijk een film gekeken op de ipad. De uren die daarna volgden waren alsof ik van de ene wereld in de andere slingerde. Door de morfine was ik heerlijk versuft. Het laatste uur was ik er van overtuigd dat het mij niet zou lukken. Gelukkig steunde Wout mij zo goed en hielp hij mij het niet op te geven. Ook de verpleegkundige en de gynaecoloog waren fantastisch. Zij waren zo rustig en vertelden mij dat ik goed op weg was. Ik geloofde hier niets van en vroeg me af of ik echt wel alles gaf. Ik probeerde er nog een schepje bovenop te doen maar voelde ik dat ik bijna flauw viel en hoorde aan mijn linkerkant mijn rots zeggen dat ik moest ademen.
Ergens in de wazigheid hoorde ik nog iets over een knip, schreeuwde ik voor mijn gevoel alles bij elkaar en werd Quin om 0.07 uur op mijn buik gelegd. Ik legde mijn handen op hem en vroeg me af of dit dat magische moment was waar ik wel eens over gehoord had. Een fractie later werd hij van me afgehaald, waren er ineens een hoop mensen in onze kamer en hoorden wij; 1,2,3,4……… 1,2,3,4……………. Wat ik 15,5 uur eerder hardop uitsprak bleek nu nodig te zijn voor Quin.
Of alles daarna nu snel of langzaam ging dat kan ik niet meer zeggen maar het bleek niet heel goed te gaan met Quin en hij moest met een speciale baby ambulance naar het AMC in Amsterdam. Wij werden er achter aan gebracht met een gewone ambulance.
Toen lag onze kleine trots ineens aan allerlei snoeren, toeters en bellen op de afdeling Neonatologie. Ons kersverse ouderhart brak in 1000 stukjes.
De verpleging die Quin daar kreeg was fantastisch voor hem. Maar ook zeker voor ons. Wij mochten elk moment van de dag naar hem toe. Ze gaven ons fantastische tips hoe we hem het beste konden aanraken. Optillen was absoluut nog niet aan de orde.
Waar wij ons op konden focussen was het op gang brengen van de borstvoeding. En het is niet gelogen dat dit een taak was voor twee mensen. Wout hielp met alles en het opvangen van elke kostbare druppel van de eerste voedingen.
We habben Quin een aantal keer bezocht en probeerden de slaap te vatten. Om 01:00 uur werden we nog wakker gemaakt omdat Quin mijn bloed nodig had.
Het eerste wat we woensdag ochtend deden was direct kijken hoe het met onze kanjer ging. Helaas kregen wij het nieuws dat de zwelling op zijn hoofd groter was geworden en het nog duidelijk was dat hij veel pijn had. We hadden ons net weer een beetje bij elkaar geraapt en hadden nu deze stomp in de maag weer te verwerken.
Ik kon nog niet lang staan. Had zelf nog erg veel fysieke pijn maar ook wij moesten even opknappen, wassen, douchen en iets proberen te eten.
Na het ontbijt kwam de verpleging en vertelde ons dat ik ontslagen werd. Direct voelde ik paniek. Hoe moesten we dat dan doen met Quin. Maar ik heb nog zoveel pijn. Zoveel vragen, onzekerheid.
Zij vertelde ons dat ze ging navragen of er een plekje was in het Ronald Mc Donald huis en vertelde ons dat dit een soort hotelkamer was waar we dan heen konden. Ze liet ons even alleen en kwam een paar minuten later terug en vertelde dat we onze spullen maar moesten pakken want er was gelukkig ruimte en ze verwachtten ons daar al.
Met onze spullen op mijn schoot rolde Wout mij in een rolstoel naar het Ronald Mc Donald huis.
Ondanks dat dit naast het AMC ligt is dit toch zeker een kwartiertje rollen naar en van Quin zijn afdeling.
Daar aangekomen hadden we de intake en een rondleiding met een ontzettend aardige meneer. We keken onze ogen uit. Het was echt een 'thuis'. Wij hadden onze eigen kamer. Dat inderdaad te vergelijken is met een hotelkamer. Er is een gezamenlijke keuken waar je een eigen koelkastje hebt en een eigen plekje om te koken. Daar is genoeg ruimte om je eten lekker op te smikkelen. Er zijn twee woonkamers, een prachtige tuin en ruimte om te wassen.
Het was erg fijn dat we hier konden verblijven en we niet elke keer met de auto heen en weer hoefden. Ik kon namelijk niet goed zitten en dit meerdere keren per dag zou niet te doen zijn. Of onze kersverse zoon maar één keer per dag te zien zou ook ondenkbaar zijn.
Gedurende de dagen die volgden ging het gelukkig steeds beter met Quin. Op vrijdagochtend bracht Wout de nachtkolfopbrengst naar de afdeling en ging Quin even goedemorgen zeggen.
Hij is rennend terug gekomen om mij op te halen want Quin zijn ademondersteuning was eraf en die middag mocht Wout hem voor het eerst vasthouden. Vier hele dagen later konden mijn twee grote liefdes met elkaar knuffelen en was duidelijk dat zij elkaar nooit meer los zullen laten.
Zaterdag mocht Quin proberen te drinken aan de borst. Hij deed dit zo goed. Wat een heerlijk gevoel dat hij aansterkte en we hem vast mochten houden en meer konden knuffelen. Vanaf dat moment waren wij om de drie uur in het ziekenhuis en tussendoor moesten wij zelf wat slapen, douchen en wat eten.
Dit was niet de kraamweek die ik voor ogen had maar we moesten het ermee doen. Het Ronald Mc Donald huis was in deze situatie zo een fijne oplossing voor ons. Het was ons ‘thuis’ voor een week. Ik heb hier zelfs mijn verjaardag op zondag ‘gevierd’. Met een select clubje vriendinnen een kopje thee gedronken in de huiskamer en 's avonds gegeten met mijn familie in de keuken.
Je zit niet op deze plek voor je plezier. Mijn hart brak elke keer weer als ik mijn Spaanse vriendje zag lopen met zijn neuszonde. Of een prachtig meisje dat met haar ouders aan het ontbijten was en vertelde dat ze bang is voor de volgende chemo. Waar je ook kijkt, je ziet pijn en verdriet. Maar ook kracht. Voor elkaar en met elkaar. Met de ouders van de kindjes die ook in het ziekenhuis liggen.
Op maandag kregen wij de uitslag en dinsdag mochten wij ons sterke ventje mee naar huis nemen. Het Ronald Mc Donald huis is ons ‘thuis’ geweest voor een week. De langste week van mijn leven. Maar er waren andere ouders die ons hebben zien komen en hebben zien gaan. Zij zaten er al 7 weken. Ik kan me dit niet voorstellen maar tegelijkertijd ook weer wel. Alle vrijwilligers werken zo hard en doen enorm hun best een fijn ‘thuis’ te creëren zodat je zoveel mogelijk bij je kind kan zijn die zijn of haar ouders meer dan wie dan ook nodig heeft.
Met Quin gaat het gelukkig Supergoed. We genieten met volle teugen van ons energieke en vrolijke mannetje.