Het zal je maar gebeuren in deze tijd: je gaat naar het ziekenhuis voor een reguliere controle. De artsen constateren bij een scan een onopvallende afwijking. Er wordt onderzoek gedaan en een paar weken later krijg je telefoon vanuit het ziekenhuis: of je toch nog even langs wilt komen.
Nietsvermoedend trap je tegen de wind in op je fiets naar de afspraak. Je vervloekt de wind, omdat het je alweer tegenzit. Dan hoor je in het ziekenhuis een bericht dat de tegenwind doet veranderen in een zuchtje. Je blijkt ongeneeslijk ziek en krijgt een levensverwachting van enkele maanden.
De weken daarna gaat het snel slechter en slechter met je. Niet langer fietsen, maar achter de rollator. Geen lange wandelingen, maar korte stukjes en veel uitrusten. Tot het moment komt dat je in een rolstoel terecht komt. Al snel daarna kun je zelfs niet meer zelfstandig uit bed komen.
Je maakt de balans op van je leven. Wat had je anders moeten doen? Wie heb je onheus behandeld? Wat zou je graag nog eens willen zien? En dan komt de wens om nog één keer één te zijn met de natuur. Nog één keer de zeehonden van dichtbij aanschouwen. Nog één keer de Waddenzee op.
En dan is het fijn dat de Wensambulance er is. Zij kunnen je liggend vervoeren naar de kust en overplaatsen in een boot. Jij kunt de zeehondjes nog eenmaal bekijken, dankzij de vrijwilligers van de Wensambulance.
Enkele dagen na het uitstapje met de Wensambulance leg je voor de laatste keer je hoofd op het kussen en slaap je in. Een glimlach om je lippen.
Juist voor die mensen is het belangrijk dat de Wensambulance er is! En zij kunnen uw financiële steun heel goed gebruiken!