Ons zoontje:
Ons zoontje Magnus van vijf viel thuis al vroeg op. Ook op de peuterspeelzaal viel hij op omdat hij slim en "anders" is. Daarnaast liet hij gedrag zien welke niet altijd als positief werd ervaren. Toen hij naar de basis school ging viel hij ook weer op omdat hij voor leek te lopen maar ook vanwege “lastig” gedrag. Jammer genoeg meenden we ook al snel te zien dat hij begon met onderpresteren. Hij is bovendien vaak verdrietig en somber vanwege school. De school heeft aangegeven dat hij mogelijk hoogbegaafd zou kunnen zijn maar dat hij ongewenst gedrag laat zien waar ze niet goed raad mee weten. Hij krijgt op school iedere week een paar uurtjes extra oefeningen en daar laat hij zien dat hij een slim kereltje is. Ook doet hij tijdens die uurtjes netjes zijn best maar dit is maar een paar uurtjes en de rest van de week voelt hij zich vaak ongelukkig en weet de school niet goed wat ze structureel met hem aan moeten.
Hoogbegaafdheid alleen maar mooi?:
Als ouders vinden we de term beladen en ongemakkelijk. De term Hoogbegaafdheid schept daarnaast verwachtingen die vaak niet terecht zijn want veel hoogbegaafde kinderen hebben, in tegenstelling tot veel vooroordelen, extra aandacht nodig. Als deze kinderen geen of verkeerde hulp en aandacht krijgen, dan kunnen ze gaan onderpresteren, ze kunnen allerlei problemen op school krijgen en bovendien kunnen ze ongelukkig worden.
Misdiagnose en vooroordelen:
Hoogbegaafde kinderen krijgen, als ze überhaupt opvallen, relatief vaak een verkeerde diagnose omdat veel mensen, waaronder professionals, geen of onvoldoende kennis hebben van hoogbegaafdheid. Daarnaast zijn er zoals gezegd veel vooroordelen. Vaak wordt gedacht dat hoogbegaafde kinderen altijd goed hun best doen, alles goed kunnen, nooit problemen hebben en dus ook geen extra aandacht behoeven. Niets is echter minder waar. Als een kind “lastig” gedrag laat zien dan wordt het vaak aangezien voor ass (autisme spectrum stoornis) of adhd. De problemen zullen hierdoor alleen maar erger worden. Het werkelijke “probleem” krijgt geen aandacht, het kind zal nooit tot bloei komen en wordt nog ongelukkiger.
Onderzoek en advies:
Om hem te kunnen helpen moeten we hem laten onderzoeken door een instantie die veel kennis en ervaring heeft met hoogbegaafde kinderen. Aan de hand van wat daar uitkomt en het advies weten we beter wat hij nodig heeft zodat we hem meer gericht kunnen helpen.
Onze hulpvraag:
Ons zoontje hoeft absoluut niet de beste leerling te zijn of “ons bijzondere kind”. We willen alleen heel graag dat hij het fijn heeft op school en dat hij gelukkig is. Daar heeft hij, net als andere kinderen die “anders” zijn, extra hulp bij nodig. De gemeente wil/kan dit onderzoek niet vergoeden en ook onze zorgverzekeraar geeft aan dat ze dit niet zullen vergoeden.
Wilt u ons alstublieft helpen om ons lieve zoontje een betere kans te geven op de ondersteuning die hij nodig heeft?