Soms kom je iemand tegen die je meteen in je hart sluit. Ik had dat bij een lieve familie die ik ontmoet heb op het vluchtelingen kamp op Lesbos.
Het verhaal van deze familie is vreselijk. Een gezin uit Afganisthan die gezien de omstandigheden een redelijk gelukkig leven leidde in een klein dorp onder Kabul. Tot op een dag de hun jongste zoon ontvoerd werd. Ze hebben weken gezocht, alles geprobeerd om hem terug te vinden. De situatie werd echter steeds dreigender waardoor ze uiteindelijk de hartverscheurende keus hebben moeten maken om de zoektocht te staken en te vluchten om de andere kinderen in veiligheid te brengen.
Ze lieten alles achter zich en kwamen, na vier maanden lang lopen, elkaar een maand kwijt te zijn geweest, een levensgevaarlijke overtocht in een rubberbootje, 2 jaar geleden aan op Lesbos. Daar ontmoette ik ze in september.
Ik hoorde hun verhaal en zag het verdriet en de wanhoop van deze lieve familie. Sinds ik terug ben heb ik bijna dagelijks contact met ze. Vraag wat ik voor ze kan doen. Maar ze vragen nooit iets, hoe slecht ze het ook hebben.
Ik krijg mee wat er in het kamp gebeurt, hoe koud ze het hebben en over de overstromingen die er keer op keer zijn. Een aantal weken geleden kwam er eindelijk positief nieuws. Ze kregen te horen dat hun asiel aanvraag goedgekeurd was. Ze worden niet uitgezet en mogen blijven.
Dit goede nieuws duurde echter niet lang. Want met deze goedkeuring vervalt blijkbaar ook het recht op hulp. Kregen ze voorheen nog een kleine toelage om eten te kopen, nu wordt verwacht dat ze voor zichzelf zorgen. Hun bankpas werd direct ingenomen en nu hebben ze letterlijk helemaal niets meer.
Nu moeten ze voor zichzelf zorgen. Maar hoe vind je vanuit een tent met alleen maar zorgen aan je hoofd over hoe je je kinderen vandaag eten kan geven een baan? En zo kwam een week geleden de allereerste hulpvraag. Een jongetje van 12 die me wanhopig vraagt wat hij moet doen.
Toen brak er iets in mij. Ik zou zo graag willen dat deze mensen rust krijgen. Dat de eeuwige zorgen die ze hebben weg gaan. Het verdriet om het verliezen van je kind en broertje zal nooit weg gaan maar wat zou het mooi zijn als ze zich geen zorgen meer hoeven te maken om eten te krijgen. Om gewoon een keer te kunnen douchen en een dak boven je hoofd te hebben i.p.v. een zeil.
En daarom ga ik er alles op alles op zetten om ze uit het kamp te halen en een veilige plek voor ze te regelen. Ik wil een huis voor ze huren zodat ze vanuit een veilige situatie zich kunnen richten op hun toekomst. Het zoeken naar een baan. Ik wil er alles aan doen om ervoor te zorgen dat ze niet overgeplaatst worden naar Athene waar de kans groot is dat ze op straat terecht gaan komen. Ik wil dat ze, voor zover dat kan, weer gelukkig worden en de kinderen naar school kunnen gaan en ook kans op een mooie toekomst krijgen.
Kan je iets missen en help je mee om hun situatie iets te verbeteren? Alle beetjes helpen :)