Door de Tweede Wereldoorlog zijn er veel Joodse slachtoffers. Tussen die slachtoffers zitten soms ook hele jonge slachtoffers. Zoals als Rutn NussBaum. Een Joods meisje die in de oorlog op 15 jarige leeftijd is vermoord in kamp Auschwitz samen met het gezin (moeder, vader en dochter van 11 jaar) dat haar heeft opgevangen in de oorlog. Jammer genoeg heeft niemand van hun het overleeft, daarom willen wij voor de 4 slachtoffers herdenkingstenen leggen, ookwel stolpersteine genoemd.
lees meer over het leven van Ruth Nussbaum:
Ruth Nußbaum werd geboren op 11 april 1928 in de Duitse stad Emden. Zij woonden daar samen met haar vader Jacob Nußbaum, haar moeder Marianne Weinberg en haar twee zussen Gustel Nußbaum en Sophie Nußbaum. Haar vader had een winkel en in 1933 toen Ruth vijf jaar oud was hebben de Nazi’s stenen tegen de ruiten van haar vaders winkel gegooid. Ook doet haar oma een poging tot zelfmoord, vanwege de buurman die naar de politie toe zou zijn gegaan om daar te vertellen dat haar oma kwaad over Hitler heeft gesproken. Ze bezoekt haar oma iedere dag in het ziekenhuis om haar wat te eten te brengen (koosjer eten en dat is het eten/ voedsel wat voordoet aan de joodse voedingsvoorschriften). De familie besluit na dit incident met de buurman en na wat er met de winkel is gebeurd om te gaan verhuizen naar An der Schlichte, zodat ze de buurman en de Nazi optochten niet meer hoeven te zien. Daar krijgt hun vader ook een nieuwe winkel. Ruth en haar 2 zussen helpen hun vader met alles te verhuizen naar hun nieuwe winkel. Dat doen ze door spullen in hun poppenwagens te doen of in hun schooltassen. Als Ruth zeven jaar oud is krijgt ze van haar zus Sophie een eigen poppenwagen om haar vader te helpen met boodschappen te doen, maar ze mag niet gezien worden. Ruth verstopt de zakjes onder het kussen van de poppenwagen en moet alles via achterdeuren afleveren zodat ze niet gezien wordt door andere mensen. Op de nacht vaan 9 tot 10 November wordt er op straat geroepen:’ Joden eruit!’. Even later gooien ze stenen door de ruit, slaan ze de voordeur stuk, dan dringen ze de woonkamer binnen en maken de ruit van hun deur kapot. Ze willen iedereen naar buiten hebben. Alleen bij de deur staat Ruth nog op haar blote voetjes en in haar pyjama ( haar nachtjapon). Een man wil haar door de glasscherven naar buiten duwen maar haar vader roept:’ neen!’. Vader kent de man hij zegt: Dat doe je niet.’. en helpt Ruth met haar mantel om doen en haar schoenen aan te doen. Op 26 januari 1939 staat haar vader op het treinstation van Emden, daar neemt hij afscheidt van de 3 zussen (zijn kinderen) en hun moeder die mee zal reizen tot aan de Nederlandse grens. Vader geeft Ruth door het treinraampje voor de laatste keer een handje. Na de Nederlandse grens zullen de drie zussen alleen verder moeten reizen. In Nederland zullen de 3 zussen naar een kindertehuis gaan. Ze kome aan in een kindertehuis in Driebergen maar omdat Sophie en Gustel al ouder zijn dan 14 kunne hun naar een opleidingscentrum gaan om zich voor te bereiden om een emigratie naar Palestina. Ruth kan terecht bij het gezin Van Creveld die graag een pleegkind willen opnemen in het gezin. Op 17 juli (de verjaardag van hun oma) bellen de 3 meiden naar hun vader, moeder en oma om hun plannen te vertellen. De ouders van Ruth moeten in 1941 vertrekken uit Emden net als veel andere Joden vanwege de staatpolitiek. Ze worden opgevangen in een joods gezin in Berlijn. In september 1942 krijgen de ouders van Ruth een brief van Ruth waarin ze verteld dat ze al goed is in Nederlands en dat ze al naar de middelbare school gaat. Gustel en Sophie bellen op een gegeven moment vanuit hun nieuwe schuilplaats bij een man genaamd Jan de Jong naar Ruth om haar te vertellen dat Ruth snel opgehaald zal worden door Jan omdat Ruth ook onder moet gaan duiken Ruth hoort aan de toon van haar zus dat het ernstig is maar ze krijgt ook het leuke nieuws dat hun moeder in verwachting is van een baby. Begin oktober 1942 gaat Jan de Jong met de trein naar Utrecht om Ruth op te halen die op de Amsterdamsestraatweg woont om haar mee te nemen naar Doorn. Maar op het moment dat hij bij het huis aankomt ziet hij dat de meubels naar buiten worden gedragen en krijgt Jan te horen dat de Joden gisteren al zijn opgehaald. Als hij terugkeert weet hij niet hoe hij dit tegen de 2 zussen moet gaan vertellen. Al snel wordt Ruth en de familie Van Creveld na de aankomst in Westerbork op transport gezet naar kamp Auschwitz waar ze aankomt op 5 oktober. Op 8 0ktober 1942 wordt Ruth Nußbaum vermoord op het concentratie kamp Auschwitz.